dinsdag 24 november 2009

Graf von Strattmann

Kleef-Wenen, 1637-1693

Theodor Althet Heinrich von Strattmann werd in 1637 te Kleef geboren als zoon van de Kurfürstlicher Brandenburger und Pfalzneuburgischer Hofrat (tevens in 1648 Kleefse Burgemeester en Schutterskoning) Hendrick Straetman en Gijsberta van Achteveld. In bronnen en literatuur wordt hij afwisselend Straetman of (von) Strattmann genoemd, in allerlei varianten. Ook zijn voornamen worden nog wel eens door elkaar gehusseld of deels weggelaten. Soms resteert alleen "Heinrich".

T.A.H. Straetman (Clivensis) werd op 24 mei 1654 aan de Universiteit van Keulen gelijktijdig met Rein. ab. Haverloo (Amorsfortensis) ingeschreven, met de toevoeging "ex. gymn. patrum inscrip. Logici Papst". Hij vervolgde zijn studie per 17 augustus 1657 aan de Universiteit van Leuven en studeerde af in de rechten en "freie Kunsten".


Vervolgens doorliep hij een glazende diplomatieke carrière die op voorspraak van zijn zwager Werner Wilhelm von Blaspil startte in dienst van de Brandenburgse Keurvorst. In goed overleg stapte hij in 1666 reeds over naar het Hof van Pfalz-Neuburg waar hij het in 1672 schopte tot Vice-Kanselier. Bij diverse gelegenheden maakte hij een goede indruk op gevestigde Europese topdiplomaten. Johann Graf von Goess, de latere bisschop van Gurk, pleitte al in 1667 bij de keizer ten gunste van Straetman voor de functie van gezant in de Nederlanden, toen deze vacant kwam na het overlijden van Jean Friquet. Hij was dan wel jong, maar hij had rechten gestudeerd, had praktische ervaring in het rechtwezen, sprak naast Duits ook Nederlands en Frans, kon goed met mensen omgaan en had guts juditium, gratiam et modum in tractando, Discretion und Bescheidenheit. Dit maakte hem over de standsgrenzen geliefd; in genere morum: Concienz, Pietät un Probität, keine Laster, kein Geldinteresse, noch sordes, welche auch die guten Qualitäten, sonderlich in solcher Profession, inutil und auch schädlich machen. Maar voor een overstap naar het Keizerlijke hof was het nog iets te vroeg.


Als diplomaat werd hij door Hertog Philipp Wilhelm von Pfalz-Neuburg ingezet in het diplomatieke steekspel rond de Poolse Koningskwestie (1668-69) en speelde hij als onderhandelaar en pendeldiplomaat een sleutelrol, zo niet die van regisseur, bij de onderhandelingen voor het Verdrag van Vossem tussen Brandenburg en Frankrijk in 1673. Straetmans broodheer was niet alleen zéér in z'n nopjes met zijn diplomatieke resultaten, beide heren raakten ook persoonlijk bevriend, getuige de voor die tijd bepaald ongewone aanhef van de Hertog in zijn brieven aan de Vice-Kanselier: "Lieber Strattmann".  Zijn laatste kunststukje voor de Hertog verrichtte Straetman door bij Keizer Leopold I met succes te ijveren voor diens derde huwelijk, op 14 december 1676 te Passau, met Eleonore Magdalena Theresa von Pfalz-Neuburg, de dochter van Philipp Wilhelm.

Tijdens deze huwelijksonderhandelingen werd tevens overeengekomen dat Straetman de overstap zou maken naar Keizerlijke dienst. Alwaar hij meteen voor de leeuwen werd gegooid als één van de drie Keizerlijke gezanten bij de onderhandelingen voor de Vrede van Nijmegen in 1677-1678. Daar trof hij de Bisschop van Gurk, zijn vroege pleitbezorger, aan zijn zijde. Op 4 maart 1683 werd hij benoemd tot Hofkanzler. Straetman kreeg van Leopold I op 30 september 1685 de titel Reichsgraf. Ook met de Keizer bouwde Straetman een bijzonder goede verhouding op. Hij werd gewaardeerd om zijn rust, overzicht, scherpzinnigheid, vasthoudendheid en het feit dat hij in enkele uren het werk kon verzetten waar een ander en dag voor nodig had. En geliefd vanwege zijn trouw, onkreukbaarheid, spitsvondigheid en charme. Hoewel hij de functie nooit officieel bekleedde werd Straetman als primus inter pares algemeen beschouwd als eerste minister.

De Keizer uitte zijn dankbaarheid niet alleen met mooie woorden en titels. Ook financieel werd hij goed beloond. Bij zijn dood op 25 oktober 1693 luidde zijn volledige titel Reichsgraf von Strattmann und Peuerbach, Heer van Orth a/d Donau, Bruck a/d Aschach, Spättenbrunn, Haiding und Schmiding en Rothenburg am Inn. Hij bezat het stadspaleis Palais Strattmann in Wenen en het lustoord Neuwaldeck even buiten de stad. Zijn kinderen erfden ieder een kapitaal van enkele honderdduizenden guldens.

Tegenwoordig wordt hij door historici beschouwd als de belangrijkste Duitse diplomaat uit de tweede helft van de 17e eeuw.

Geen opmerkingen: